-Het riet
Het doorhalen door het riet is nodig om op die manier een regelmatige verdeling van de draden te krijgen en te behouden.
Het riet is een, meestal, metalen rekje, waarin op gelijke afstanden metalen stripjes geplaatst zijn. De naam is overgebleven van vroeger, toen dit stuk gereedschap daadwerkelijk van riet gemaakt werd. De metalen stripjes van nu werden gesneden van rietstengels. Ze werden tussen twee zwaardere houders vastgezet met touw dat door was of pek gehaald was. Het aantal omdraaiingen over de houder bepaalde de afstand tussen twee rietjes. Het was een heel specialistisch werk.
Rieten zijn te krijgen in elke denkbare maat en afmeting.
Als je spreekt van een riet 50/10, dan wil dat zeggen dat het riet 50 openingen heeft op 10 cm.
Doorrekenend 5 openingen per cm.
Hier ziet U een deel van de ketting door het riet gehaald. Leg na twee centimeter een losse knoop in de doorgehaalde ketting, dat voorkomt, alweer, het gevaar van losschieten en daardoor veel vervelend meerwerk.
Bij al deze handelingen is goed licht heel belangrijk en noodzakelijk.
Als alle draden aan de beurt zijn geweest, worden de uiteinden zoveel mogelijk gelijk getrokken. Dan leggen we een stevige knoop in de bundeltjes van twee cm breedte. De ongelijke eindjes knippen we nu af, het oog wil ook wat. Bovendien werkt het gemakkelijker bij de volgende handeling.
Het volgende werk.
Dat is het aanbinden van de ketting aan de doekboom. Deze rol aan de voorkant van het getouw is de plaats waar het geweven doek op opgerold wordt. Aan de doekboom is een roede bevestigd met lange lussen, net als aan de achterkant.
Er zijn verschillende manieren om de ketting aan te binden.
Men kan met behulp van een extra koord, zo glad mogelijk, bijvoorbeeld gevlochten nylonkoord, de afgebonden einden aan de roede bevestigen door het koord om de roede te slaan, door de geknoopte eindjes op te pakken, om de roede, oppakken enz Zó bind je de ketting aan aan de doekboom. De lussen lopen over de borstboom naar de doekboom. Op de foto zie je de borstboom, de roede ligt erop. Door het nylonkoord aan te trekken kun je de spanning op de draden gelijk krijgen. Weer een werk waar wat geduld voor gevraagd wordt.
Maar het werk wordt er mooier door, én gemakkelijker.
Nu komt een spannend moment.
De controle of alle draden op de goede plek zitten, of er geen bundel vergeten is, of er geen draden om elkaar heen geslagen zijn.
Doe dit zorgvuldig.
Een fout aan het begin herhaalt zich steeds weer in het weefsel.
Dat is heel ergerlijk.
Als alles goed zit, de spanning op de ketting gelijk verdeeld is, de trappers aangebonden, of bij handbediening het programma klaar is, dan kan de eerste inslag gelegd worden. Neem een wat dikker garen om zódoende eventuele oneffenheden te corrigeren.
Een andere manier van aanbinden.
Een wat snellere manier om de ketting aan de doekboom te binden is te zien op de foto’s.
Hierbij worden de bundels garen direct om de roede geslagen en met een dubbele knoop vastgelegd.
Het voordeel is dat je minder corrigeerwerk hebt, je kunt per bundel de spanning voelen.
Nadeel is dat je meer garenverlies hebt. Niet alleen de knopen en de staartjes gaan verloren, je weeft ook nog eens een aantal centimeters extra om de ketting mooi gelijk te verdelen.
Dit is overigens de aangebonden ketting van het gobelingetouw. Op dit toestel kan ik kleden weven en knopen in een smyrna en ryaknoop en afgeleiden daarvan.
Ook het “echte” legwerk is mogelijk op dit “verticale” getouw. De weefbreedte bedraagt 150 cm, de lengte is onbepaald, afhankelijk van de lengte van de schering. In een apart hoofdstuk ga ik daar dieper op in.
Het laatste werk dat ik hier op geknoopt heb , was een vloerkleed. De foto’s die ik daarvan maakte, geven een goed beeld hoe dat kleed tot stand gekomen is.
Op de rechterfoto is te zien hoe de roede met de doekboom verbonden is door middel van lange lussen. Hiervoor gebruik ik weer gevlochten nylonkoord. In winkels die boot- en zeilbenodigdheden verkopen hebben ze dit koord in allerlei diktes en kleuren.

Een tip:
Wanneer je een werk met franje wil weven, moet je nu al rekening houden met de lengte van die franje. Draai dan de ketting zó ver door als de gekozen lengte. Daarbij kun je de lengte van de aanbindstukjes meetellen, nadat de lap van het getouw komt worden die losgeknoopt en verwerkt in de franje.
Dat betekent ook dat je bij het ontwerp en het uitrekenen van de kettinglengte al rekening moet houden met wel of geen franje.
Recente reacties