In dit hoofdstuk ga ik een en ander vertellen en beschrijven over de keperbinding.
Keperbinding kenmerkt zich door een schuine lijn. Dat kan een doorlopende lijn zijn, maar je kunt ook een terugkerende lijn weven.
De schuine lijn kan onderbroken worden, de mogelijkheden zijn bijna onuitputtelijk.
De kenmerkende lijn van deze binding ontstaat wanneer je de doorhaling en trapwijze regelmatig afwisselt.
In tegenstelling tot de linnenbinding, waarbij de draden één voor één afgewisseld werden, wissel je nu in een ander ritme.
Een eerste vereiste is de mogelijkheid om met 4 schachten te werken.
Je haalt één draad omhoog, en laat 3 draden laag.
De volgende inslag: draad twee omhoog, één, drie en vier laag.
Dan draad drie omhoog, vier, één en twee laag.
Tenslotte draad vier hoog en één, twee, drie laag.
Als de inslag met de gekozen draad wordt gemaakt ontstaat het volgende beeld:
De opeenvolging van steeds een opschuivende omhooggetrokken draad levert de schuine lijn op.
Na 4 inslagen ben je weer terug bij nummer één.
Wat is het effect van deze binding?
Door slechts één draad omhoog te halen en er 3 neer te laten krijg je een grotere hoeveelheid inslag te zien dan ketting. Dit noemen we keper met inslageffect.
Het mooie van deze binding is dat je aan de andere kant veel ketting hebt, over 3 draden, en weinig inslag.
Dat is dan keper met kettingeffect. Bij een bewuste keuze van kleuren kun je zo een doek weven dat 2 aanzichten heeft.
Op deze foto is duidelijk te zien dat het geweven doek 2 aanzichten heeft. In beweging gaat zo'n doek dan ook nog eens
changeren, het krijgt een moiré effect. Dit is weer afhankelijk van de gekozen garens.
Zijde en glanskatoen leveren meer effect op dan wol.
Voor de duidelijkheid: het "donkere" deel is inslagkeper, het "lichtere"deel is kettingkeper.
Het gaat over hetzelfde doek.
De tweede keper, die je als basis kunt gebruiken is de gelijkzijdige keper.
Je haalt 2 draden omhoog en laat 2 draden laag. De inslag gaat dan regelmatig over en onder 2 kettingdraden, voor- en achterkant van het weefsel levert hetzelfde aanzicht op.
Deze foto laat behalve de gelijkzijdige keper ook de panamabinding zien.
In dit hoofdstuk gaat het over de blokjes met de schuine lijn.
Het rapport loopt over 4 inslagen, je moet weer minstens over 4 schachten beschikken.
Nog een voorbeeld van een gelijkzijdige keper.
Nu over de verdere mogelijkheden.
De schuine lijn ontstaat door regelmatig door te halen door de hevels.
Op een vierschachtsgetouw haal je door: eerste draad schacht één, tweede draad schacht twee, derde draad schacht drie, vierde draad schacht vier,
vijfde draad schacht één, zesde draad schacht twee en zo werk je de hele ketting af.
Een terugkerende keper ontstaat als je bij de doorhaling op de volgende manier werkt:
eerste draad schacht één, tweede draad schacht twee, derde draad schacht drie, vierde draad schacht vier, vijfde draad schacht drie,
zesde draad schacht twee, zevende draad schacht één, achtste draad schacht twee, en zo verder.
Let er op dat je op de keerpunten geen verdubbeling toepast, niet twee keer schacht één of schacht vier.
Deze inrijg en trapwijze levert de bekende "visgraat" of "chevron" op.
De keperbinding, zeker de terugkerende inrijg, hebben we tot nu toe steeds op dezelfde manier ingeslagen, een regelmatige opeenvolging van het rapport.
Om meer variatie te krijgen, kun je ook in de inslag terugkeren.
Dan ga je niet steeds maar verder 1, 2, 3, 4, 1, 2, 3, 4, maar je keert op je schreden terug: 1,2,3,4,3,2,1,2,3,4, en zo verder.
Het resultaat is een blokmotief, dat ontstaat door de terugkeer, zowel in ketting als in inslag.
Zet de cursor op de foto en klik links.
Dan vergroot het beeld. Je ziet dan duidelijk hoe de terugkeer werkt.
In de beschrijving heb ik het zo simpel mogelijk voorgesteld.
Het voorbeeld toont dat de opeenvolgende inslag enige keren herhaald is.
Het gebruik van kleur benadrukt het geweven patroon.
De regelmatige afwisseling van kleuren levert een bijkomstig effect op:
een streeppatroon.
Dit voorbeeld is geweven op een éénkleurige ketting.
Bij gebruik van verschillende kleuren garens in de ketting, zal het effect nóg meer spreken.
Je krijgt blokken, die verschillen naar breedte en lengte, al naar gelang je ingeregen hebt
en ingeslagen.
Dat kan leiden tot rust of tot volledige rusteloosheid. Het gaat ook om welk doel het geweven
product heeft.
De mogelijkheden zijn echt onuitputtelijk.
In het kort iets over de gebroken keper.
Om dit effect te bereiken rijg je niet regelmatig door.
Je neemt bijvoorbeeld 1, 2, 3, 4, 7, 8, 5, 6, 7, 8, 1, 2, 3, 4, 7, 8, 5, 6, 7, 8, dit zijn de schachten zoals ze opeenvolgend gebruikt worden om de ketting ddor de hevels te halen.
Omdat er schachten worden overgeslagen, zul je op die plaats een sprongetje in de schuine lijn krijgen.
Dat geeft dan weer een nieuw effect.
Recente reacties